Het Midden-Oosten als inspiratie voor de pilot inkomende mobiliteit mbo4

Naamloos1Ergens in 2016 werd ik benaderd door de directeur van de NRTO, de brancheorganisatie voor de niet door OCW bekostigde mbo instellingen, dus de particuliere instellingen, of zij mij mochten voordragen om namens de NRTO zitting te nemen in de Landelijke Commissie Gedragscode inkomende mobiliteit voor het mbo. Ik was toen al plaatsvervangend lid van dezelfde Commissie maar dan voor het hbo. De reden om mij te vragen hield verband met mijn verblijf van 2005 tot 2010 in het Midden-Oosten, meer specifiek Oman, alwaar ik een Hogere Zeevaartschool heb opgestart in opdracht van en samenwerking met het STC in Rotterdam en de Omaanse overheid. Vanaf 2010 tot 2016 ben ik voor andere Nederlandse (RVO) – en Belgische bedrijven (Haven van Antwerpen) actief gebleven in het Sultanaat van Oman op het gebied van onderwijs.

De jongelui in het Midden-Oosten kijken met veel belangstelling naar studeermogelijkheden buiten hun land, en veel Europese-, Amerikaanse- en Australische hogescholen presenteren zich met hun aanbod. Ook voor het hoger- en universitaire onderwijs in Nederland is veel belangstelling.
Het middelbaar onderwijs, zoals wij dat kennen, heeft men in het Midden-Oosten en daarbuiten niet. “Vocational training” beperkt zich daar tot korte cursussen en dagtrainingen. Een van de hoogtepunten van mijn internationale contacten was een bezoek in juli 2015 van de Omaanse minister van Werkgelegenheid, die tezamen met enkele grote Omaanse aannemingsbedrijven, op mijn uitnodiging, enkele dagen naar Nederland zijn gekomen en ik de kans kreeg hen ons vmbo en mbo onderwijs te laten zien. Met verbazing en enthousiasme zagen ze hoe wij onze jongelui opleiden tot vakmensen. Een kans dus voor Nederland om hier invulling aan te gaan geven. Vol enthousiasme heb ik me dus beschikbaar gesteld, teneinde ook particuliere mbo-instellingen hiervoor te interesseren.

Mijn mede-commissielid Karin Visser heeft in de voorgaande nieuwsbrief al aangegeven dat de voorwaarden, regelgeving en controle niet eenvoudig is, maar we laten ons daardoor niet uit het veld slaand. Juist omdat Nederland uniek vakonderwijs aanbiedt op hoog niveau, praktisch en doelgericht. En het is goed dat ook buitenlandse niet-EU studenten in Nederland die praktijkervaring gedurende 1 jaar kunnen volgen. Op deze manier kennis nemen van wat er in andere landen mogelijk is zal leiden tot een beter begrip van wat elders in de wereld speelt en dan over en weer. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat dit je leven verrijkt. Graag wil ik mij inzetten om ook andere hierin te laten delen.

Jan van der Heijden